Diagnostiek en behandeling van kinderen met spraakontwikkelingsdyspraxie

Dit onderzoek vindt plaats in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen, Rijndam Revalidatiecentrum en de Universiteit Utrecht.

Projectgroepleden:

  • Drs. Mirjam van Tellingen, logopedist / klinisch linguïst
  • Dr. Joost Hurkmans, beleidsmedewerker Wetenschappelijk Onderzoek
  • Prof. dr. Ben Maassen, hoogleraar Dyslexie en klinische neuropsychologie
  • Dr. Hayo Terband, universitair docent taalontwikkeling en -stoornissen
  • Drs. Anne Marie v.d. Zande, logopedist / klinisch linguïst

Doel van het onderzoek

Het doel van dit onderzoek is gericht op het verbeteren van de diagnostiek van kinderen met spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD) en het evalueren van het effect van therapie met Speech-Music Therapy for Aphasia (SMTA) bij deze doelgroep.

Projectbeschrijving

Binnen het Nederlands taalgebied is er geen gestandaardiseerde en genormeerde test voor SOD. Uit onderzoek van Sarfo (2018) blijkt dat de diagnosestelling binnen revalidatiecentra de afgelopen jaren voornamelijk wordt gebaseerd op observatie van de spontane spraak, het afnemen van een diadochokinesetaak, het afnemen van deeltaken uit het onderzoek van het Dyspraxieprogramma en algemeen articulatieonderzoek. Sinds kort het is Computer Articulatie Instrument (CAI, Maassen et al., 2019) beschikbaar. Met dit instrument is het mogelijk om de spraak te kwantificeren. Het CAI is bedoeld om met behulp van deze scores en klinisch redeneren onderscheid te kunnen maken tussen verschillende spraakstoornissen. De mogelijkheid tot het verkrijgen van kwantitatieve gegevens maakt het een geschikt instrument om het effect van SMTA op SOD te meten. De therapiemogelijkheden voor de behandeling van SOD in het Nederlandse taalgebied zijn beperkt. In de klinische praktijk bij Revalidatie Friesland is SMTA uitgeprobeerd in de behandeling van SOD, op basis van ervaringen bij volwassenen met spraakapraxie. De klinische ervaringen zijn veelbelovend, zowel in effect van de behandeling als hoe kinderen de behandeling ervaren. Op dit moment is het onduidelijk of verbetering van de spraak en spraakverstaanbaarheid daadwerkelijk veroorzaakt wordt door SMTA of dat mogelijk andere factoren een rol spelen.

Dit project betreft een pilotonderzoek in de vorm van multiple case-studies naar het effect van SMTA op spraakproductieproblemen bij vijf kinderen tussen 6-18 jaar oud met een vermoeden van SOD. De behandeling bestaat uit 20 behandelsessies in een periode van 10 weken. Voor de behandeling wordt een nul meting gedaan en een baseline vastgesteld. Wekelijks en direct na de SMTA behandeling worden er zowel kwantitatieve als kwalitatieve data verzameld. Tot slot is er een follow-up bij 2 maanden na het beëindigen van de behandeling.

Het functioneren van plannen en programmeren van spraak wordt bepaald met een diadochokinesetaak. Prosodie speelt echter een dermate belangrijke rol in SMTA dat hiervoor een sensitieve test wordt ontwikkeld. Deze test zal bijdrage aan de verbetering van de diagnostiek van SOD.